Op 25 januari 2018 deed de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken uitspraak in een hoger beroep dat was ingesteld door een voormalig medewerker van de douane in Curaçao. De betreffende ambtenaar werd bij landsbesluit met ingang van 1 maart 2015 eervol ontslagen, wegens functionele ongeschiktheid voor het door haar beklede ambt.

Redenen voor het ontslag waren onder andere veelvuldig ongeoorloofde afwezigheid, een poging tot oplichting en leugenachtig gedrag. De ambtenaar in kwestie maakte bezwaar tegen haar ontslag, dat ongegrond werd verklaard door het Gerecht in Eerste Aanleg. Vervolgens ging de ambtenaar in hoger beroep. De gedaagde, de regering van Curaçao, werd in dit hoger beroep succesvol bijgestaan door advocaat Sophie van Lint.

Volgens de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken maakte de regering van Curaçao voldoende aannemelijk dat het ongeschiktheidsontslag gerechtvaardigd was. Ook in het hoger beroep werden de bezwaren van de betreffende ambtenaar tegen haar ontslag dus verworpen. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken bevestigde daarmee de eerdere uitspraak van het Gerecht in Eerste Aanleg.